14
Arbeid adelt
Máxima geniet een salaris. In 2008 ontving zij een totaalbedrag van 893.000 euro. Er wordt elke maand 74.000 euro op haar bankrekening overgemaakt. Dat is 2500 euro per dag, wat betekent dat de prinses per dag meer verdient dan de Argentijnse presidente per maand: het maandsalaris van Cristina Fernández de Kirchner bedraagt 2600 dollar.
Eind 2007 pleitte Beatrix voor hogere salarissen voor haar beroepsgroep, waarmee ze overigens weinig succes boekte: er volgde een salarisstijging van amper 3 procent voor haar, haar oudste zoon en haar Argentijnse schoondochter. In september 2008 werden de kosten van het Koninklijk Huis opnieuw in kaart gebracht, maar ditmaal stond de zaak er aanmerkelijk minder rooskleurig voor. De wereldwijde financiële crisis betekende een zware slag voor de Nederlandse economie en de hoge kosten van de monarchie in 2008 – met name de reiskosten van Willem-Alexander en Máxima – leidden tot felle discussies, waarna de regering beloofde om de aan het Koninklijk Huis gerelateerde kosten in de toekomst duidelijker te verantwoorden.
Professor Herman Matthijs van de Vrije Universiteit Brussel, die onderzoek heeft gedaan naar de kosten van alle koningshuizen in Europa, stelde dat het Koninklijk Huis de Nederlandse staat in 2008 bijna 114 miljoen euro heeft gekost, waarmee het de duurste monarchie van Europa is. De kosten van de Oranjes overstijgen met meer dan de helft de totale kosten van de overige koningshuizen in Europa, die samen 220 miljoen euro op jaarbasis uitgeven. De Nederlandse monarchie geeft in zijn eentje hetzelfde uit als de koningshuizen van Groot-Brittannië, Spanje, Zweden, België, Noorwegen, Luxemburg en Denemarken samen.
Volgens berekeningen van deskundigen kost koningin Beatrix het Nederlandse volk tegenwoordig tweeënhalf keer zoveel als het de Britten kost om koningin Elizabeth te onderhouden, en dat terwijl Nederland slechts 16 miljoen inwoners heeft en Groot-Brittannië bijna 60 miljoen.
Afgezien van de salarissen van de koningin en het prinselijk paar werd er in 2008 een bedrag van globaal 107 miljoen euro gereserveerd voor Máxima en haar schoonfamilie, uitgestreken over zes verschillende ministeries. Het ministerie van Binnenlandse Zaken ontfermt zich over de salarissen van de werknemers van het Koninklijk Huis; het ministerie van Algemene Zaken draait op voor de kosten van de Rijksvoorlichtingsdienst; Buitenlandse Zaken neemt de lasten op zich van staatsbezoeken en officiële ontvangsten; het gebruik van regeringsvliegtuigen en de kosten van het jacht de Groene Draeck vallen onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat, en het onderhoud van de paleizen valt onder het ministerie van vrom. De beveiliging van de leden van het Koninklijk Huis is in handen van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (dkdb), een onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten, dat evenals de marechaussee onder het ministerie van Defensie valt. Bovendien worden het Koninklijk Paleis in Amsterdam en de paleizen Noordeinde en Huis ten Bosch in Den Haag door het Rijk bij wet aan de koningin ter beschikking gesteld.
In 2008 kon het huishouden van het kroonprinselijk paar naast het salaris van 893.000 euro van de prinses rekenen op een bedrag van 1.008.000 euro voor Willem-Alexander. Beatrix ontving op haar beurt 4.201.000 euro, waarmee de totale vergoedingen aan koningin Beatrix, de prins van Oranje en prinses Máxima voor de door hen geleverde diensten aan het land in 2008 waren gestegen tot 6,1 miljoen euro. Het bleef uiteraard niet bij deze vergoedingen, want zij betalen geen belasting over goederen die uit hoofde van hun functie worden aangekocht, zoals auto’s en paleizen, en zij dragen geen successierechten af.
Professor Matthijs verklaart dat het Nederlandse Koninklijk Huis tot en met 2008 vier verschillende salarissen, oftewel dotaties kende. Deze waren op hun beurt onderverdeeld in drie componenten: component A voor personeelskosten, component B voor overige, niet-personele (materiële) kosten en een C-component, dat wil zeggen, het inkomen.
Wat Máxima betreft, zag de salarisverdeling van 2008 er als volgt uit:
==
Component A: 310.000
Component B: 348.000
Component C: 235.000
==
De onkostenposten van Willem-Alexander bedroegen 310.000 euro voor personeelskosten, 463.000 euro voor niet-personele kosten en 235.000 euro dat als inkomen werd aangemerkt.
De wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis uit 1972 stelde dat het gedeelte van de uitkering dat betrekking had op personeelskosten, vermeld onder A, jaarlijks aangepast diende te worden aan de landelijke loonstijging van ambtenaren, of beter gezegd: aan de salarissen van universiteitsmedewerkers, aangezien de lonen over het algemeen een jaarlijkse stijging vertonen van ongeveer 2 of 3 procent.
Component B diende aangepast te worden aan het algemeen prijspeil van gezinsverbruik blijkens de prijsindexcijfers voor de gezinsconsumptie, die eveneens een stijging van 2 of 3 procent vertonen op jaarbasis.
Component C, het gedeelte dat betrekking had op het inkomensbestanddeel van de leden van het Koninklijk Huis, werd jaarlijks aangepast aan het netto-ambtelijk inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Onderdeel C was daarmee het meest transparant en vormde een objectieve basis om belastingen vast te stellen. Zowel Máxima als haar echtgenoot en haar schoonmoeder was volgens deze wet uitsluitend belastingplichtig over de persoonlijke bezittingen en inkomens die losstonden van hun representatiekosten. De wet Financieel Statuut is begin 2009 afgeschaft.
==
Op de derde dinsdag in september vindt de
jaarlijkse Prinsjesdag plaats, de dag waarop de koningin in de
zogeheten Troonrede aangeeft wat het regeringsbeleid zal zijn voor
het komende jaar. Deze ceremonie vindt traditioneel plaats in de
Ridderzaal op het Binnenhof te Den Haag. Op
deze dag wordt ook de jaarlijkse miljoenennota gepresenteerd,
waarin tevens de begroting van het Koninklijk
Huis is opgenomen. Prinsjesdag is traditiegetrouw de dag waarop de
koningin gebruikmaakt van de Gouden Koets. De staatsierit voert van
paleis Noordeinde naar het Binnenhof.
Prinsjesdag 2008 stond in het teken van de economische crisis in New York en de wereldwijde recessie. Sinds enkele jaren staan de kosten van het Koninklijk Huis op de agenda van het politieke debat. Hoewel het Nederlandse volk voor het merendeel positief tegenover het Koninklijk Huis staat, kan de kritiek af en toe hoog oplaaien. In de jaren zestig stelde de Nederlandse regering een onderzoek in naar de financiën van het Koninklijk Huis, waaruit naar voren kwam dat de toenmalige koningin Juliana, wijlen de moeder van Beatrix, regelmatig haar persoonlijke financiële middelen moest aanspreken om kosten te dekken die rechtstreeks verbonden waren met haar functie als staatshoofd. Naar aanleiding van deze gegevens besloot de toenmalige regering de onkostenvergoedingen voor het Koninklijk Huis fors te verhogen, met als gevolg dat deze thans schrikbarend hoger liggen dan die van de Huizen van naburige landen. Het Nederlandse volk lijkt echter tot het besef te komen dat 114 miljoen wat aan de hoge kant is: de kosten van het Koninklijk Huis zijn tussen 2002 en 2008 met 36 procent gestegen. De inflatie in Nederland was in de afgelopen zes jaar lager dan 10 procent. Om deze onkostenstijging van het Koninklijk Huis te onderzoeken, te analyseren en te controleren, heeft de regering een speciale werkgroep in het leven geroepen onder voorzitterschap van voormalig minister van Financiën en viceminister-president Gerrit Zalm, die sindsdien elke cent die gedeclareerd wordt natrekt. Met als doel helderheid te verschaffen over de uitgaven van het koningshuis presenteerde hij in februari 2009 een nieuwe opzet voor het ‘Begrotingshoofdstuk nummer 1 van de Rijksbegroting’, ook wel bekend als ‘Huis der Koningin’.
Vooral de jongere generaties staan kritisch tegenover het systeem en vragen zich af of het voor een modern land wel zin heeft om miljoenen te investeren in een familie die niet regeert. De komst van Máxima heeft veel van deze kritische kanttekeningen echter weggenomen, aangezien haar charisma het Koninklijk Huis een nieuwe impuls gaf. Koningin Beatrix is een intelligente vrouw, maar vrij kil en afstandelijk; prins Willem-Alexander oftewel Prins Pils kwam tot dusver niet over als iemand die de zaak toegewijd was. De Argentijnse Máxima slaagde erin ook de jongere onderdanen voor zich te winnen, waarmee de begrotingskwesties naar het tweede plan werden geschoven.
Toch lijkt het tij te keren. Terwijl de beurscrisis wereldwijd tot paniek leidde, publiceerden de landelijke kranten het bericht dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor de extreem hoge onderhoudskosten van de Groene Draeck. Ook ontstond er ophef over de hoge reiskosten van Máxima, Willem-Alexander en Beatrix. Op 17 september 2008 publiceerde De Telegraaf het bericht dat voor het komende jaar één ton was uitgetrokken voor het onderhoud van het jacht, exclusief de kosten van de bemanning: in totaal betrof het een bedrag van 300.000 euro op jaarbasis. Niet alleen dat, verder research van enkele journalisten wees uit dat de prins er geen been in ziet om zijn schoonfamilie te onthalen op tochtjes naar een van de buurlanden. Dat mag wel, maar liever niet met een regeringsvliegtuig. De totale vliegkosten van de Oranjes zouden het miljoen overstijgen.
De Nederlandse wetenschapper H.P. van Dalen van de Erasmus Universiteit te Rotterdam verdedigde de kosten van het Koninklijk Huis echter en kwam met de zogenoemde monarchiebonus: ‘Tegenover die ogenschijnlijk hoge kosten staan echter substantiële baten waarvan een economie, die onder een constitutionele monarchie functioneert, profiteert. Deze monarchiebonus komt neer op bijna een procentpunt extra groei per jaar. Voor Nederland betekent dit een jaarlijks profijt van 4 à 5 miljard euro.’
Hoe het ook zij, de rekeningen van de koningin en het prinselijk paar worden steeds transparanter. Vanaf 2010 zal de begroting van de koninklijke familie in handen komen van de minister-president, die dan alle bonnetjes van koningin Beatrix, Máxima en haar echtgenoot moet controleren.
==
Toen Máxima werkzaam was voor Boston Securities in Buenos Aires, verdiende ze niet meer dan 500 dollar per maand, in de tijd dat de peso ongeveer gelijkwaardig was aan de dollar. Daar moest ze het de hele maand mee doen. Coqui betaalde alleen het inschrijfgeld van de universiteit en haar ziektekostenverzekering. De rest – kleding, uitgaan, therapie en vakantie – moest ze zelf betalen. Ze probeerde 25 procent van haar loon te sparen om haar droom te verwezenlijken en na haar studie haar geluk te beproeven in New York. Sindsdien is er wel het een en ander veranderd: in 2008 werd Máxima door diverse roddelbladen verweten dat ze een gat in haar hand had. ‘We hebben het gehoord,’ zegt een van haar nichtjes hierover. ‘Wij vonden het eerlijk gezegd nogal vreemd, want Maxi is evenals haar vader altijd heel zuinig geweest met geld.’
Onder haar maandelijkse uitgaven staan de kleren die ze bestelt bij Argentijnse couturiers als Benito Fernández, Gabriela Fiori en Graciela Naum, evenals de kleding van Missoni, Oscar de la Renta en Fabienne Delvigne. Máxima profileert zich echter niet met veel bling-bling of pronkerige, dure kleren. Ze houdt zich aan de regels van het protocol, haar roklengte is meestal tot op of onder de knie, en ze maakt veel gebruik van de kleur oranje. Toen ze echter een werkbezoek bracht aan Argentinië in het kader van de microkredieten voor de arme bevolking, droeg ze tijdens haar ontmoeting met de Argentijnse minister van Economische Zaken Martín Lousteau een lang, veelkleurig vest, model Passiflora van Missoni, dat haar 1685 dollar gekost moet hebben.
Tegenwoordig draagt ze vrijwel niets meer van Argentijnse ontwerpers. Ze waren goedkoper, dat wel, maar bleken ook een risico in te houden. Toen de Argentijnse kranten berichtten dat er in de voorsteden van Buenos Aires illegale naaiateliers van ambtswege waren gesloten omdat de werknemers praktisch als slaven werden behandeld en bleek dat ook modeontwerpster Graciela Naum* van dergelijke ateliers gebruikmaakte, werd Máxima meerdere malen genoemd: zij was de belangrijkste klant van de ontwerpster.
Máxima besloot haar aankopen bij het modehuis onmiddellijk te staken en dicteerde op 13 april een brief aan Naum aan haar privésecretaresse: ‘In naam van Hare Koninklijke Hoogheid, Prinses Máxima der Nederlanden, ben ik genoodzaakt u mede te delen dat de Prinses diep bewogen is door de berichten die in de Argentijnse media verschenen zijn over de onmenselijke omstandigheden waarin de werknemers van sommige van uw leveranciers zich bevinden.’
Behalve de kritiek op haar veel te dure kleding wordt er beweerd dat de prinses in het geheim diverse schenkingen heeft gedaan, zoals het huis op de countryclub Los Pingüinos, waar haar ouders de weekenden doorbrengen, of de merrie van 5000 dollar die ze voor haar tante Marcela Cerruti heeft gekocht, om op te rijden als ze in Buenos Aires is.
Haar naaste familieleden hebben haar nog nooit in de buurt van dit paard gezien. Niet alle familieleden genieten echter dezelfde privileges. ‘Je kunt alleen een beroep op Máxima doen als je zwaar in de financiële problemen zit. Haar uitgaven worden in Nederland streng gecontroleerd en zelf is ze ook niet echt goedgeefs,’ verzekert iemand die tot haar intimi behoort. Dat klopt aardig: de onderzoekers die de onkosten van het Koninklijk Huis in de gaten houden verklaren dat de Argentijnse uiterst zorgvuldig en spaarzaam omgaat met de representatiekosten. Zij kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor het bedrag dat het Koninklijk Huis ontvangt en ze heeft ook nooit om dat salaris gevraagd, dus we kunnen het haar niet aanrekenen.
Wat houdt het werk precies in waar ze 893.000 euro per jaar voor opstrijkt? Wat moet Máxima allemaal doen voor dat geld? Ze ontvangt dit salaris sinds 2 februari 2002, haar trouwdag. Dat wil zeggen dat het haar uitsluitend toekomt omdat zij de titel ‘Prinses der Nederlanden’ draagt. De functie brengt allerlei verplichtingen met zich mee: het vergezellen van haar man tijdens officiële gelegenheden en staatsbezoeken, het land vertegenwoordigen bij verschillende internationale gelegenheden, de strikte regels van het protocol naleven en haar kinderen opvoeden als de toekomstige Koningin en Prinsessen der Nederlanden. Dat is niet niks. Daar moet je een bepaalde instelling voor hebben, een sterk, maar flexibel karakter en heel, heel veel geduld. Toen ze op die gedenkwaardige zaterdag in februari haar jawoord gaf, wist Máxima dat ze niet alleen een man trouwde, maar ook een familie en een heel land dat van haar verwachtte dat ze het beste zou geven wat ze in huis had. Voortaan zou de bevolking haar met argusogen in de gaten houden.
‘Het is een zware taak, en ik zou niet graag in hun schoenen staan. Máxima doet het vol ijver en met een brede glimlach op haar gezicht. Hoewel koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en de prinses zich uitstekend van hun taak kwijten, heb ik eerlijk gezegd niet de indruk dat ze alle kosten waard zijn. Het Koninklijk Huis kost de Staat 113.923.000 euro. Dat lijkt te veel,’ aldus een royaltyverslaggever.
Máxima wist al jong dat ze geen simpel huisvrouwtje zou worden, al wilde ze wel graag een groot gezin. Dus toen Willem-Alexander haar ten huwelijk vroeg, zei ze onomwonden: ‘Alex, je mag niet van me verlangen dat ik me alleen met onze kinderen bezighoud en naast je kom staan bij officiële gelegenheden. Ik word gek als ik niets met mijn hoofd kan doen.’ De prins beloofde haar dat hij niet zou toestaan dat zij eenzaam en verveeld thuis achter de geraniums zou zitten. Het schijnt zelfs dat Willem-Alexander een jaar voor de bruiloft op een avond in Brussel heeft toegegeven: ‘Kijk, het heeft even geduurd voordat ik het begreep, maar ik begin erachter te komen dat dit niet zo’n slechte baan is. Het is best leuk en zeker boeiend om prins te zijn.’ Dat was dan ook het antwoord dat Máxima herhaaldelijk gaf als haar vriendinnen haar vroegen of ze wel zeker wist of ze deze stap wilde nemen en of ze zich ervan bewust was dat haar leven op 2 februari 2002 voorgoed en drastisch zou veranderen.
Je zou zomaar kunnen denken dat zoiets aards als werken niet in Máxima’s woordenboek voorkomt. Ze heeft bedienden voor het huishoudelijk werk, tientallen medewerkers die haar bijstaan op het gebied van kleding, imago, gezondheid, lichaamsbeweging en protocol, gouvernantes om de kinderen met hun huiswerk te helpen, lijfwachten en leden van de marechaussee om haar te beschermen... Dat alles maakt deel uit van haar dagelijkse leven, iets waar wij gewone stervelingen ons geen voorstelling van kunnen maken. Toch werkt Máxima. En ze werkt hard: ze wijdt dagelijks negen uur aan het Rijk, en vaak is het weekend daarop geen uitzondering. Dat is buiten de opvoeding van de toekomstige koningin en haar zusjes om, hoewel dat volgens haar onderdanen haar belangrijkste taak is.
Ze was lid van de commissie Pavem, Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen; ze maakt deel uit van de groep van adviseurs van de Verenigde Naties voor de Ontwikkeling van een Toegankelijke Financiële Sector. Ze zet zich in voor de microkredieten. Ze is voorzitter van het Curatorium van de Prins Claus Leerstoel, ingesteld ter bevordering van onderzoek en onderwijs op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Ze steunt een integratieprogramma voor jonge immigranten met leerproblemen. Willem-Alexander en zij zijn respectievelijk beschermheer en beschermvrouwe van het Oranje Fonds, het grootste Nederlandse fonds op sociaal gebied.
‘We hebben in de eerste plaats een rol in Nederland te spelen,’ stelt de prinses in een openhartig interview met Onze Wereld, ‘afgezien van het veilig en goed opvoeden van onze drie dochters. De wereld redden is misschien een beetje ambitieus, maar wij doen ons best.’
Hoewel de zwakkeren in de samenleving in het verleden niet haar speciale aandacht genoten, loopt de prinses zich tegenwoordig het vuur uit de sloffen voor liefdadigheidswerk en maatschappelijke projecten. Ze doet echter haar best om er een andere draai aan te geven dan tot dusver gebruikelijk was onder de vrouwelijke leden van de Europese koningshuizen: ze drukt er een professioneel stempel op, geholpen door haar eerdere carrière als manager en econome.
==
Als de toekomstige koningin-gemalin van Nederland was ze al anders tegen de dingen gaan aankijken, maar de grote ommekeer vond plaats na de geboorte van haar eerste kind, prinses Amalia. Sinds het moederschap gaat de prinses emotioneler om met armoede. Met de komst van haar eigen kinderen is ze zich sterk bewust geworden van de toekomst en de verantwoordelijkheid voor veiligheid, vrijheid, duurzaamheid, respect en goede ontplooiingskansen. Prinses Máxima heeft sinds haar moederschap veel meer moeite met onrecht en onveiligheid. ‘Soms kan ik de verhalen gewoon niet aanhoren, dan word ik te emotioneel geraakt,’ zegt Máxima in een interview met Onze Wereld.
Sinds 20 oktober 2004 is ze ingeleid in de Raad van State, een belangrijke functie waarbij haar stem zeer zwaar weegt. Dat bleek uit de commotie die ontstond bij haar toespraak ter gelegenheid van de presentatie van het rapport Identificatie met Nederland van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (wrr): ‘Zo’n zeven jaar geleden begon mijn zoektocht naar de Nederlandse identiteit. Het was een prachtige en rijke ervaring, waarvoor ik enorm dankbaar ben. Maar “de” Nederlandse identiteit? Nee, die heb ik niet gevonden. Nederland is veel te veelzijdig om in één cliché te vatten. “De” Nederlander bestaat niet.’ Zoals te verwachten was, vielen vervolgens de meest nationalistische sectoren van het land over haar heen. Haar woorden werden uitgelegd als ‘geplaveid met goede bedoelingen’; ze verweten haar dat ze geen idee had van wat er werkelijk speelde in Nederland, en veel politici zeiden dat het kabinet haar nooit toestemming had moeten geven voor die gewraakte toespraak. Ook Michael Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen in Nederland, nam officieel afstand van de woorden van de prinses: ‘Jammer en curieus is dan de uitspraak van prinses Máxima dat zij “de” Nederlandse identiteit niet heeft gevonden. Zegt de uitbundige viering van Koninginnedag ook niet iets over ons land? De herdenking op 4 mei behoort ook tot de nationale identiteit,’ sprak hij boos, waarmee hij haar eerste politieke uitglijder aan de kaak stelde. Op 6 oktober 2006 kopte de voorpagina van De Telegraaf, een koningshuisgezinde krant, dat de toespraak van Máxima ‘een grote vergissing’ was geweest. Op internetforums verweten ze haar dat ze in een gouden kooi leefde en klaagde men dat zij, evenmin als haar vader, geen idee had wat het woord ‘identiteit’ eigenlijk betekende.
De weken verstreken en het leven hervatte zijn normale gangetje. Het volk plaatste haar weer op het voetstuk waar het haar had neergezet toen men haar amper kende. Zij onthield zich verder van politiek commentaar, maar haar latere activiteiten geven aan dat ze er nog steeds precies zo over denkt. Het is duidelijk dat het nooit haar bedoeling is geweest om het Nederlandse volk te schofferen; ze wilde alleen maar aangeven dat er een nieuwe natie bezig is te ontstaan, waarin integratie van de immigratiegolf die de sociale kaart van het oude Europa voorgoed heeft veranderd een must is.
Als vrouw en als buitenlandse kon Máxima zich identificeren met het segregatiedrama van de immigrantenvrouwen in Nederland. Vanuit de commissie Pavem hield ze zich van 2003 tot 2005 bezig met het promoten van de inclusie van minderheidsgroepen in de dertig grootste gemeenten in Nederland. Haar werk, in samenwerking met voormalig politicus en huidig verslaggever Paul Rosenmöller, was een groot succes. Het betekent een enorme persoonlijke overwinning voor haar.
Toch bezorgde haar strijd voor de integratie van immigranten haar opnieuw kopzorgen. In februari 2008 wist de Rotterdamse politiebrigadier van Marokkaanse afkomst Re Lemhaouli haar te overtuigen haar steun te verlenen aan een project dat hij in het leven had geroepen ten behoeve van Marokkaanse allochtone jongeren met leerproblemen. Máxima stortte zich enthousiast in het project; ze nam zelfs haar echtgenoot mee om diploma’s uit te reiken aan jongeren die het programma met succes doorlopen hadden, en ze poseerde samen met Lemhaouli en Willem-Alexander voor de fotografen. In september van dat jaar, sowieso al een drukke maand voor het Koninklijk Huis, werd in de media breed uitgemeten dat Lemhaouli spioneerde voor een Marokkaanse inlichtingendienst. Hij werd door de Rotterdamse politie ontslagen wegens ‘ernstig plichtsverzuim’. Alle Nederlandse kranten illustreerden het bericht met de foto waarop Lemhaouli glimlachend tussen de prins en de prinses in staat.
==
Het verzoek van de Verenigde Naties om lid te worden van de groep van adviseurs voor het Internationale Jaar van het Microkrediet 2005, verraste Máxima: ‘Men heeft mij uitgenodigd om te spreken over het belang van microfinanciering om de armoede in de wereld te bestrijden. Ik heb besloten mijn medewerking hieraan te verlenen, omdat ik er heilig in geloof dat microfinanciering een effectief instrument is in de strijd tegen de armoede. Het is veel beter om mensen de kans te geven zelf in hun eigen levensonderhoud te voorzien dan simpelweg geld te schenken. In verschillende landen is bewezen dat de toegang tot kleine leningen niet alleen een uitkomst biedt uit aan minderbedeelden, maar tevens bijdraagt aan de opbouw van de lokale economieën vanaf de basis,’ stelde zij in haar functie als VN-adviseur.
Microkredieten zijn kleine leningen (soms gaat het om niet meer dan 50 dollar) aan arme, maar initiatiefrijke mensen in de derde wereld, die met dit startkapitaal de kans hebben om een eigen zaakje op te zetten. Om dit financiële systeem wereldwijd te promoten, bracht Máxima een werkbezoek aan verschillende ontwikkelingslanden, waaronder Kenia, Uganda, Brazilië en Argentinië. Op de armste plekken probeerde ze politici en ondernemers te overtuigen van het belang van dit project, dat de zelfredzaamheid van de minderbedeelde bevolkingsgroepen in de hand werkt. Dat was de periode waarin de prinses het meest heeft gereisd en waarbij ze haar werkbezoeken afwisselde met toeristische uitstapjes.
In haar rol van adviseur van de Verenigde Naties bezocht ze een ontwikkelingsproject van de Wereldbank dat kredieten verleent aan de inwoners van Maimará, een indianendorp in Jujuy. Later, in de vallei Quebrada de Humahuaca, werd ze door de bewoners ingehaald alsof ze een godin was. ‘Prince, we houden van je!’ schreeuwden ze in de straten. Een folkloregezelschap improviseerde speciaal voor haar een melodie op de charango, dat haar deed denken aan haar jeugd en de gitaarmuziek van haar vader.
Een jaar eerder, in 2004, had Máxima dezelfde plaatsen bezocht, tijdens een reis waarop ze incognito samen met haar man gewoon op vakantie was. Bij die gelegenheid sprak ze onder het genot van mate en lekkere hapjes met de plaatselijke bevolking en liet ze zich informeren over de waarde van de grond in Salta, de provincie van haar voorouders van vaderskant.
Terwijl zij in euro’s omrekende wat ze nodig had om een lapje grond te kopen, maakte Willem-Alexander goede sier met zijn uitstekende beheersing van het Spaans, met pas aangeleerde termen als ‘Che’ en ‘Boludo!’ ‘Zou het niet heerlijk zijn om hier een huis te hebben?’ verzuchtte ze. Máxima toonde veel belangstelling voor Hotel La Casa de los Jazmines, eigendom van acteur Robert Duvall, maar de beheerders hielpen haar meteen uit de droom: ‘Bob en zijn Argentijnse vrouw zijn dol op deze plek, ze verkopen het nooit, nog niet voor al het goud van de wereld.’ Het tweetal reisde naar de provincie Jujuy, waar Máxima de toekomstige koning meenam naar Purmamarca, een kleurrijke, inheemse nederzetting uit de zeventiende eeuw aan de voet van de Cerro de los Siete Colores, de berg van de zeven kleuren. Ze logeerden in de enige suite van El Manantial de Silencio, een romantisch hotelletje, waar ze zich haar herinneren als een ontspannen jonge vrouw die bevrijd van het juk van het protocol heel vriendelijk overkwam. Daar huurden ze een terreinwagen en wisselden ze elkaar af achter het stuur om naar Salinas Grandes te rijden, een van de grootste zoutmijnen van Argentinië. Ze kochten vloerkleden in een dorpje met de naam Barrancas. ‘Als ik er straks thuis naar kijk, denk ik aan mijn land,’ beloofde ze de indiaanse vrouwen die ze geweven hadden, waarbij ze heel even kon vergeten dat ze een prinses was. ’s Avonds zwierf ze aan de arm van haar man door de nauwe straatjes, zonder dat iemand wist wie ze was.
Máxima was duidelijk verslingerd geraakt aan het noordwesten van Argentinië en keerde in 2006 voor het derde jaar op rij terug naar Salta en Jujuy om haar lievelingsplekjes te laten zien aan haar schoonmoeder, koningin Beatrix. Ze logeerden wederom in El Manantial del Silencio, dat ditmaal geheel voor hen was gereserveerd. Ze werden vergezeld door vijftien hofmedewerkers, die hen op hun wenken bedienden. Op een middag had een van de hofdames een cape van lamahuid apart laten leggen in de winkel van het hotel. Later, zonder te weten dat de cape al was verkocht, zag de koningin hem ook en kocht hem. Een medewerker van het hotel sprak Máxima aan om de kwestie recht te zetten, waarna zij het probleem in een handomdraai wist op te lossen: ‘Het maakt niet uit wie hem het eerst heeft gezien. Als de koningin hem mooi vindt, is hij van haar.’ Ze wist precies waar ze het over had. Ze had een dergelijke situatie aan den lijve ondervonden op een van haar eerste reizen met de koningin, toen ze nog een burgermeisje was. Beatrix stond echter minder op haar strepen dan ze had gedacht: toen Beatrix hoorde wat er was gebeurd, vroeg ze haar zoon om met haar naar de stad te rijden om dezelfde cape voor haar hofdame te kopen.
‘Máxima, de prins en de koningin gedroegen zich eigenlijk als een heel gewoon gezin,’ zegt een van de piccolo’s van het hotel, ‘afgezien van het mobiele hospitaal dat Beatrix bij zich had. Het was een zilverkleurige koffer, zwaarder dan ik ooit heb getild, met zakken bloed, infusievloeistof, injectienaalden, zuurstof en alles wat je verder maar nodig kunt hebben in geval van nood.’ De koningin reist uiteraard in gezelschap van haar lijfarts. Toch is het haar schoondochter die het meeste begrip heeft voor haar ouderdomskwaaltjes; het is haar taak om haar schoonmoeder geduldig aan te horen over haar vermoeidheid en duizelingen.